Nieuwsbrief 12 december 2019

03-02-2020

De landelijke partijen zorgen heel goed voor: Zichzelf Dat is niet hetzelfde als: de Democratische Rechtstaat Veel werk aan de winkel dus voor gelijke rechten voor lokale partijen


Voorstel ophoging subsidie landelijke partijen is schaamteloos

Op 19 september jl. heeft de Tweede-Kamer de motie-Jetten c.s. aangenomen. In deze motie wordt de regering verzocht om in de begroting voor 2020 het budget voor de ondersteuning van parlementariërs structureel te verhogen met 10 miljoen euro en de subsidie aan politieke partijen tot en met 2024 met 9 miljoen euro per jaar en daarna structureel met 5 miljoen euro.

Het voorstel van het kabinet is om voor de periode 2020-2024 de subsidie voor landelijke politieke partijen te verhogen met € 8.650.000 per jaar. Deze politieke partijen mogen zelf bepalen hoe zij de extra subsidie over de verschillende organisaties binnen hun partij willen verdelen. Zo kan een partij ervoor kiezen om de subsidie hoofdzakelijk te benutten om de landelijke partijorganisatie te versterken.

De lokale partijen kunnen dus weer fluiten naar gelijke behandeling (art. 1 en 4 Grondwet)

In onze nieuwsbrief van maart 2019 zijn wij uitvoerig ingegaan op het advies van de commissie Veling over de Wet financiering politieke partijen (Wfpp). Daarin hebben wij ook aandacht geschonken aan de truc van minister Ollongren om de lokale partijen te gaan ondersteunen via een centraal in Den Haag gevestigd ‘Contactpunt Lokale Politieke Partijen’. Dat het kabinet met dit voorstel de lokale partijen nog wat steviger in de greep probeert te krijgen blijkt uit het volgende:

“In 2018 is in dit kader het Kennispunt lokale partijen ingesteld, dat tot taak heeft om de bestuursleden, vrijwilligers en leden van decentrale partijen te ondersteunen bij bijvoorbeeld de inrichting van verkiezingscampagnes en het werven – en selecteren van kandidaat-volksvertegenwoordigers. Ik ben voornemens om dit Kennispunt de komende jaren verder te professionaliseren en stel hier in de periode 2020-2024 jaarlijks € 350.000 extra voor beschikbaar. Hiermee wordt de ondersteuning van decentrale partijen geïntensiveerd. Deze ervaring zal vervolgens worden benut bij de beantwoording van de vraag hoe de ondersteuning van decentrale partijen structureel kan worden vormgegeven”.

Op twee manieren wil het kabinet de lokale partijen afzwakken en marginaliseren.

  1. De landelijke partijen krijgen € 26.850.000 om de landelijke partijen te versterken bij de gemeenteraadsverkiezingen.
  2. Via een fors gesubsidieerd kennispunt voor lokale partijen wordt onderzocht hoe ze de lokale democratie verder binnen hun invloedssfeer kunnen krijgen.
    De aangekondigde Wet politieke partijen zal daarbij een handig instrument blijken.


De VNG-voorzitter Jan van Zanen zei over deze ontwikkelingen: "Lokale politieke partijen zijn met een fooi afgescheept en dan nog eentje die je met een vergrootglas moet zoeken”.
Niet dat Van Zanen buiten deze media-uitingen wat wenst te doen voor de lokale partijen, maar dat even terzijde.

De vakvereniging VPPG zal zich krachtig verzetten tegen deze ondermijning van de lokale democratie. Daarvoor is wel een even krachtige ondersteuning van de lokale groeperingen noodzakelijk.

Wordt daarom lid van de VPPG.

De contributie voor het lidmaatschap moet - volgens het Rechtspositiebesluit van de raads- en commissieleden - door de gemeente (niet door de griffie) worden betaald. 

 

Vooraankondiging VPPG on Tour 
8 februari voor de provincies:
Groningen, Friesland, Overijsssel en Drenthe


Thema:
Versterking lokale politieke partijen
ter versterking van de Democratische Rechtstaat 
  

De VPPG organiseert op 8 februari 2020, in
@FlaterOmmen te Ommen de eerste van drie regionale bijeenkomsten over lokale politiek. Diverse gastsprekers.
Gastheer is de lokale partij @VOVOmmen
Aanmelden kan alvast via: secretariaat@vppg.nl 
Save the date!!

 

Collegialiteit is de maatstaf

(Uit Publiekrecht en politiek, artikel van prof. Elzinga)

"In gemeenten geldt het collegialiteitsbeginsel. Wethouders hebben portefeuilles, maar geen zelfstandige beslissingsbevoegdheid. Het college besluit en daar maakt ook de burgemeester deel van uit. Moeilijke dossiers worden altijd in het college besproken en er wordt een gezamenlijke lijn uitgezet. Ook bij samenwerking is een directe lijn naar het college en kan een lid van het college zich niet achter een ander collegelid verschuilen. Zo hebben we dat in Nederland nu eenmaal geregeld".

Noot Fons Zinken, voorzitter VPPG
Helaas merken wij uit de vele vragen en onderzoeken dat de meeste raadsleden deze maatstaf niet kennen.
In strijd met het Rechtspositiebesluit en de Gemeentewet heeft het college van B&W van Echt-Susteren besloten dat de gemeenteraad het bevoegde bestuursorgaan is voor de uitvoering van het Rechtspositiebesluit voor raads- en commissieleden. De raadsleden namen dat voor waar aan zonder te informeren of er sprake was van een collegebesluit. De wethouders wisten van niets waardoor de burgemeester handelde in strijd met het collegialiteitsbeginsel.

Te vaak wordt een portefeuillehouder verantwoordelijk gesteld en moet opstappen. Het meest bekende voorbeeld is het opstappen van twee wethouders in Den Haag die volgens berichten een collegebesluit uitvoerden.
Het hele College van B&W in Den Haag had moeten opstappen.

______________________________________________________________________________________________________________

 

Graag uw aandacht voor de VPPG facebookpagina:
https://www.facebook.com/LokaleRaadsleden/

Daar heeft u de mogelijkheid om vragen te stellen aan elkaar of aan het bestuur. U kunt er ook praktijksituaties bespreken en ervaringen delen. Like de pagina!

Uiteraard kunt u ook via 'beantwoorden' op de nieuwsbrief uw vragen en opmerkingen kwijt.