Nieuwsbrief oktober 2023

06-11-2023

Gemeente: Eerste overheid. Een geuzennaam? De positie van de Tweede Kamer moet sterker worden ten opzichte van die van de regering, onder andere door de Kamer niet meer op te delen in een coalitie en oppositie.

De positie van de Tweede Kamer moet sterker worden ten opzichte van die van de regering, onder andere door de Kamer niet meer op te delen in een coalitie en oppositie

En voilà, ik werd tijdens de Algemene Beschouwingen over de Miljoennota op mijn wenken bediend. De regeringsploeg zat met een houding van wat-doen-we-hier-eigenlijk te kijken hoe de verschillende politieke fracties met elkaar dealtjes gingen sluiten om de begroting voor het volgend jaar op onderdelen bij te stellen. Deze uitzonderlijke situatie werd mogelijk als gevolg van de demissionaire status van de regering en het wegvallen van de coalitie.

Hier past wel de kanttekening bij dat het gemakkelijk is om meer geld uit te geven wanneer je geen besluit neemt hoe je dat gaat betalen, dan wel dat je het begrotingstekort laat oplopen. Ik denk dat gemeenteraadsleden met enige jaloezie naar de debatten hebben zitten kijken. Dat zit namelijk zo.

Gemeenten zijn verplicht om een sluitende begroting te presenteren over een periode van vier jaar. De rijksoverheid weigert al jaren voldoende structurele middelen beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van taken die gemeenten in opdracht van het rijk moeten uitvoeren (medebewind heet dat). Dat zet een rem op de beleidsvrijheid van gemeenten. Raadsleden kunnen dus niet, zoals hun mede-volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer, mooie plannen bedenken zonder daarbij te bezuinigen. Voor het wegwerken van tekorten op de rijksbegroting wordt geld geleend. Gemeenten daarentegen worden onder toezicht gesteld.

In juni 2007 verscheen het rapport van de VNG-commissie Gemeentewet en Grondwet onder voorzitterschap van Jozias van Aartsen met als titel De eerste overheid. De gedachte daarachter is dat gemeenten het dichtst bij de burger staan. Tot op de dag van vandaag wordt met man en macht geprobeerd de positie van gemeenten te versterken, zonder al te veel succes. Laten we wel wezen, de ‘echte’ eerste overheid zit in het torentje in de Hofvijver. Om daar verandering in te brengen is een systeemwijziging nodig.

In mijn boek SamenWereld, Hoe het geloof in de politiek en het vertrouwen in de overheid terugkeren pleit ik voor een omkering van het systeem: van de top-down georganiseerde decentrale eenheidsstaat naar een bottom-up federatieve staat. Ik maak van gemeenten écht de eerste overheid. Gemeenten bepalen zelf hoeveel geld ze nodig hebben om hun taken uit te voeren en de rijksoverheid moet dat gewoon leveren. Dan ligt de bal bij het rijk om een sluitende begroting te maken. Bovendien voeren in mijn nieuwe systeem gemeenten geen taken meer in medebewind uit, omdat beleidsbepaling en beleidsuitvoering bij elkaar horen. De verantwoordelijkheid voor de huidige medebewindstaken gaat over naar gemeenten en behoren alsdan tot het autonome takenpakket van de lokale overheid. Uitvoering van resterende rijkstaken neemt het rijk zelf voor zijn rekening, al dan niet met behulp van gedeconcentreerde rijksdiensten. Hoe dan ook, laat ‘eerste overheid’ geen geuzennaam worden. Of zie jij het anders? Laat het weten.

Peter Hovens
www.samenwereld.nl

Raadslid kreeg gelijk van de Rechtbank

In zeer veel gemeenten zijn raden, op advies en voorspraak van griffiers, collectief aangemeld bij de aan de VNG gelieerde beroepsvereniging voor raadsleden (NVvR). De raadsleden kregen zelfs niet te horen dat ze kunnen kiezen uit twee beroepsverenigingen. Immers de Rechtbank heeft in 2017 beslist dat de VPPG een beroepsvereniging is voor raadsleden van lokale partijen. Door veel griffiers en gemeenteraden is gehandeld in strijd met de rechtspositie voor raadsleden en met artikel 27 van de Gemeentewet (zonder last). De raad is immers niet bevoegd om te bepalen van welke beroepsvereniging het raadslid zijn belangen laat behartigen. Op 20 oktober 2022 heeft de Rechtbank (zaaknummer ROE 20/3262) dat beslist. Zij stelt dat de bevoegde instantie, te weten het college van B&W, hierop dient te beslissen. Er is sprake van een uitvoeringsbeslissing van het college en dat is niet in strijd met het dualisme, aldus de rechter.

Volgens Grondwet en Gemeentewet hebben colleges van B&W geen beleidsruimte en kunnen op dit punt geen belangenafweging maken aldus het Rechtspositiebesluit 2014. Voor hen bestaat geen ruimte voor politieke afwegingen. Het raadslid heeft bestuurslid Fons Zinken van de VPPG gemachtigd om deze zaak te voeren.

Veel raadsleden, maar vooral die van lokale partijen, zijn vanaf 2014 de vrije keuze onthouden om te kiezen voor een beroepsvereniging. Het collectief lid worden is in strijd met het vrije mandaat van een raadslid. Het is een onrechtmatige daad. Het bestuur van de VPPG hoopt dat raadsleden van lokale partijen zich goed bedenken. Maak nu zelf de keus bij welke beroepsvereniging uw belangen het beste worden gediend in 2024.    

Rechtszaak tegen minister BZK

De VPPG heeft bij de Rechtbank Haarlem beroep ingesteld tegen het Rechtspositiebesluit 2019 onderdeel beroepsvereniging. De minister heeft met het beperken van een beroepsvereniging en het niet erkennen van de uitspraak van de Rechtbank, gehandeld in strijd met artikel 8 Grondwet (Vrijheid van vereniging) en de artikelen 12 en 52 lid 1 van Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Op de ALV in november wordt Wet op de politieke partijen (Wpp) besproken. Het voorontwerp ziet er slecht uit voor de lokale partijen! Veel vragen zijn er om te bespreken en een standpunt te formuleren wat dan voorgelegd wordt aan het nieuw te vormen kabinet.

Voor reacties en meer informatie info@vppg.nl of aanmelding als lid via www.vppg.nl

In de volgende brief: Aandacht voorontwerp Wpp en actie richting informateur nieuw kabinet.

PS: Wij stellen het zeer op prijs indien deze brief ook besproken wordt met de leden van de partij.