Nieuwsbrief 11 november 2019

03-02-2020

Lees dit stuk over onze onthutsende ervaringen met de rechters van de Raad van State.

 

Is er nog recht te vinden in een zo versplinterd rechterlijk klimaat?

Binnen de vakvereniging VPPG is er wel eens discussie over de te volgen strategie om de belangen van lokale partijen te behartigen. Wij vinden dat we niets moeten uitsluiten en kiezen voor de politieke én voor de juridische weg. Op beide fronten is en blijft de strijd noodzakelijk. 

Als u onze nieuwsbrieven leest en/of de ontwikkelingen volgt, dan weet u dat er plannen zijn om via de WPP zodanig de macht te concentreren bij landelijke partijen dat lokale partijen het nakijken zullen hebben. Alles onder het mom van "versterking van de democratie".  
Wij weten hoeveel werk er komt kijken bij het raadslidmaatschap. En dat wordt steeds meer. Toch willen wij benadrukken dat het zaak is om ook verder te kijken dan het hier en nu. 
 
Gekke dingen
In onze juridische strijd voor de lokale partijen hebben we veel gekke dingen meegemaakt. Door de ene rechtbank wordt bijvoorbeeld de VPPG wel als belanghebbende erkend in een zaak aangaande de rechtspositie van raadsleden onder verwijzing naar jurisprudentie van de Raad van State en in een identieke zaak besluit de Raad van State zelf het tegenovergestelde: de vakvereniging VPPG is geen belanghebbende.

Professor Tak, een expert in bestuursprocesrecht, stelt zelfs dat elke inwoner belanghebbende is bij besluiten van hun bestuur. Dat lijkt ons ook ijzeren logica. De praktijk leert echter dat rechtbanken onderling daarover van mening verschillen. Dus: afhankelijk van wanneer je welke rechtbank treft als klager kun je wel of niet als belanghebbende worden aangemerkt.
Wij vinden dat zeer merkwaardig.  

De verschillen zijn zo flagrant dat je zou vermoeden dat elke rechtbank per bepaalde periode een ander wetboek hanteert. En dat kan, zoals u ook begrijpt, niet het geval zijn. Je zou mogen verwachten dat in een rechtstaat de RvS streng de wetten toepast en zeker ook de eigen jurisprudentie respecteert en volgt.
   
Nog een voorbeeld
In de wet is vastgelegd dat een rechtbank eerst oordeelt of een besluit (waar het in een bestuursrechtelijke procedure om gaat) bevoegd/rechtsgeldig is genomen en pas daarná of de klager ontvankelijk is of niet. Ook logisch nietwaar? 
Niet-rechtsgeldig genomen besluiten horen immers niet in een rechtstaat. Dat is willekeur en dat willen we niet.

Wij hebben onlangs mogen meemaken dat de Raad van State voor deze gelegenheid koos voor de omgekeerde volgorde: eerst vlotjes oordelen dat de klager (de VPPG dus) geen belanghebbende is en op basis van die beoordeling hop! de deur dichttrekken en niet kijken naar de rechtsgeldigheid van het genomen besluit.
"Hop! de deur dichtrekken" zijn de woorden (behalve "Hop" dan) van rechter Knol.
Of moeten we begrijpen: de deur dichthouden?

Raadsels

Hoe dan ook: Zo blijft alle troep/onrecht waar de klager over klaagt fijn in de Staatsraadskast. En wie dan wel als belanghebbende mag klagen over een onrechtmatig genomen raadsbesluit, waar lokale raadsleden de dupe van zijn geworden, is nog steeds: één groot raadsel.
Wat overigens ook geldt voor de namen van twee rechters, want de naambordjes ontbraken tijdens de tting. Dat de raadsheer die uitlegde waarom hij de deur heeft dichtgetrokken de heer Knol is weten wij omdat zijn naam werd genoemd toen hij van de voorzitter (met onbekende naam) het woord kreeg.
 
Het resultaat van deze strategische keuzes van de Raad van State, is wel dat een onrechtmatig genomen raadsbesluit in werking blijft. Anders gezegd: het onrechtmatige wordt tot wetmatig verheven.  
Met al ons goede gedrag, logisch denkvermogen en ingehuurde deskundigheid van professor Tak hadden wij niet kunnen bevroeden dat een flagrante inbreuk van de rechtsorde in het dossier dat voorligt bij de Raad van State door de rechters onberoerd zou worden gelaten......veilig achter de dichtgetrokken deur.
 
Wat is dan de betekenis van de artikelen 8:54 en 8:70 AwB waarin de “kennelijke onbevoegdheid” van genomen besluiten als eerste vernietigingsgrond worden aangemerkt? Wat is de waarde van deze logische eerste toets die - als zij doel treft - al het andere overbodig maakt, zoals de vraag of de klager belanghebbend is of niet? Kennelijk even van “geen waarde”. 

Hoe vind je ooit Recht in een zo versplinterd rechterlijk klimaat? 
De VPPG laat zich echter niet uit het veld slaan. Wij vinden deze omgekeerde gang van zaken niet alleen onlogisch, maar vooral: onacceptabel. Wij blijven doorgaan met zoeken naar Recht op basis van wet en jurisprudentie. Daarom hebben we verzet aangetekend.

De zitting was op 7 november. Wij horen binnen 6 weken wat het verzet oplevert. 
 
Wij horen ook graag úw reactie. 

 


Aanbevolen!
Dit boek van professor Tak
Van rechtsbescherming naar machtsbescherming:
Het Nederlandse bestuursprocesrecht in theorie en praktijk.’ (ISBN: 978-94-6240-506-6: 2019,A.Q.C. Tak)

 

 

Scherp de ontwikkelingen volgen is ons aller belang

Luister maar naar deze podcast van Zembla waarin duidelijk wordt hoe essentieel het voor ons allemaal is (niemand uitgezonderd) dat de regels die we met elkaar hebben afgesproken ook netjes worden opgevolgd. En dat er gecontroleerd wordt.  De podcast gaat over de strafrechtspraak maar de stelling geldt net zo goed voor de bestuursrechtspraak.